Uitspraak van de maand november
Deze uitspraak van de maand betreft het onbevoegd grasduinen in een medisch dossier. Het gaat hier om een aangeklaagde gz-psycholoog.
Situatie
In deze tuchtzaak diende een ggz-instelling als voormalig werkgever (ex artikel 65 lid 1 Wet BIG) een klacht in tegen een gz-psycholoog wegens het onbevoegd inzien van het dossier van een cliënt met wie geen behandelrelatie bestond.
De instelling heeft enkele jaren geleden aan de EPD’s een autorisatiematrix toegevoegd met ‘behandelrelaties’, waarmee alleen behandelaren die geregistreerd stonden als rechtstreeks bij de behandeling betrokken, direct toegang hadden tot het medisch dossier en anderen alleen met de bijzondere procedure (de noodknop).
Uit het logboek van vóór de invoering van de autorisatiematrix bleek dat de gz-psycholoog geregeld in het medisch dossier van de cliënt keek en rapportages had ingezien. Na de invoering van de autorisatiematrix bleef de gz-psycholoog het logboek inzien, waardoor zij het verloop van de behandeling van de cliënt kon volgen en ook kon doorklikken naar brieven. In totaal had de gz-psycholoog op 162 kalenderdagen het cliëntendossier ingezien met een totaal van 678 toegangsregels.
De gz-psycholoog gaf toe dat zij in het medisch dossier van de cliënt had gekeken zonder dat er sprake was van een behandelrelatie. Zij gaf aan dat zij een affectieve relatie met de cliënt had gehad.
Overwegingen en oordeel tuchtcollege
Het tuchtcollege oordeelt dat de gz-psycholoog niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Dat alleen betrokken zorgverleners, zonder toestemming van de cliënt, inzage in het dossier mogen hebben, kan afgeleid worden uit artikel 7:457 van de WGBO. Daarin staat dat inzage in beginsel plaatsvindt met toestemming van de cliënt en voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van de cliënt niet wordt geschaad.
Inzage in een medisch dossier zonder toestemming van de cliënt is toegestaan voor zover uitvoering van de behandelingsovereenkomst dit vereist. In zowel het privacyreglement van de instelling als in de arbeidsovereenkomst van de gz-psycholoog staan vergelijkbare bepalingen.
De gz-psycholoog had geen toestemming van de cliënt om inzage te hebben in zijn dossier. De raadpleging vond niet plaats om uitvoering te geven aan een behandelingsovereenkomst zoals bepaald in artikel 7:457 van de WGBO, want de gz-psychloog heeft de cliënt nooit behandeld. Zij erkent dat ze niet in het dossier had mogen kijken. De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat het inzien van de medische gegevens van de cliënt niet geoorloofd was.
Maatregel
Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaart de klacht gegrond en legt de gz-psycholoog de maatregel van schorsing van de bevoegdheid om de aan de inschrijving verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van drie maanden op, met de bepaling dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de gz-psycholoog binnen een periode van twee jaren na deze beslissing:
I. opnieuw tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld; en/of;
II. zich niet heeft gehouden aan een of meer van de volgende bijzondere voorwaarden:
- de gz-psycholoog start op korte termijn, maar uiterlijk binnen drie maanden na onherroepelijk worden van deze beslissing, met individuele psychotherapie bij een door een specialistische vereniging erkende psychotherapeut/leertherapeut met therapie gericht op de onderliggende persoonlijkheidsfactoren die geleid hebben tot de gebeurtenissen in de tuchtklacht;
- zodra de gz-psycholoog een plek heeft gevonden voor deze behandeling stelt zij de IGJ hiervan in kennis en rapporteert hierover op dezelfde wijze als hieronder is benoemd;
- de gz-psycholoog informeert de IGJ iedere zes maanden, te starten drie maanden na de start van de behandeling en uiterlijk door de IGJ te ontvangen op de eerste van de volgende maand, schriftelijk over de voortgang. Deze informatie dient in ieder geval te bevatten de aard, de inhoud en de frequentie van de gesprekken evenals het behandelplan en de voortgang daarvan;
- de gz-psycholoog geeft aan de behandelaar de schriftelijke toestemming om de IGJ direct te informeren, zodra de behandeling voortijdig wordt afgebroken;
- de gz-psycholoog informeert de IGJ door middel van een door de behandelaar ondertekende en onderbouwde verklaring als deze behandelaar voor het verstrijken van de proeftijd van mening is dat de met de behandeling te behalen doelen zijn bereikt;
- draagt de IGJ op toezicht te houden op de voorwaarden onder II;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift De Psycholoog (NIP).
Motivering
De motivering voor deze maatregel is dat het onbevoegd inzien van een medisch dossier door een niet-betrokken zorgverlener de privacy van de cliënt schaadt, die in een kwetsbare positie is. De gz-psycholoog wist dat zij het medisch dossier van de cliënt niet had mogen inzien. De door de gz-psycholoog aangevoerde verzachtende omstandigheden (excuses, spijt, lering, therapie, complexe situatie, eerste keer met de tuchtrechter in aanraking) worden door het RTG gewogen maar onvoldoende bevonden voor een lichte(re) maatregel. Gelet op de aard en ernst van het handelen van de gz-psycholoog is – ter bescherming van eventuele toekomstige cliënten – een voorwaardelijke schorsing met een aantal bijzondere voorwaarden volgens het tuchtcollege passend.
Uit de uitspraak volgt dat klachten over het onbevoegd inzien van medische dossiers door zorgverleners vrijwel altijd gegrond zijn. Afhankelijk van de aard en ernst van de inbreuk op de privacy kan dat, zoals in dit geval, tot een relatief zware maatregel leiden.
Voormalig werkgever als klager
De Wet BIG biedt (voormalig) werkgevers met artikel 65 lid 1 aanhef lid 1c de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen een (voormalig) werknemer. De voormalig werkgever in deze zaak diende een klacht in met als motivering een ‘stok achter de deur’ te willen hebben. Met een stap naar de tuchtrechter wordt zowel intern als extern het signaal afgegeven dat ten aanzien van ernstige misstanden in de zorg een zero-tolerance-beleid wordt gevoerd.
- Uisrpaak en maatregel: gegrond, (voorwaardelijke) schorsing inschrijving register
- Datum uitspraak: 11-10-2024
- Lees hier de volledige uitspraak
Over de rubriek
In 'de uitspraak van de maand' geven we een korte samenvatting van een tuchtzaak die recent of soms al wat langer geleden door het tuchtcollege is behandeld. De uitspraken kunnen een voorbeeldfunctie hebben en dienen als leidraad voor beroepsmatig handelen in situaties die vaker voorkomen. U kunt de zaken gebruiken bij intervisie of zelf uw kennis van beroepsethiek op een bepaald gebied vergroten.
-
Alle uitspraken zijn terug te vinden op onze website en alleen zichtbaar voor leden na inloggen op de ledennet.
-
De Beroepscode voor psychotherapeuten (2018) (pdf) is een onmisbare leidraad voor het beroepsmatig handelen van iedere psychotherapeut. Door aanpassingen in wet- en regelgeving hebben we enkele wijzigingen Beroepscode (pdf) op een een rij gezet