NVP Website voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVP Website ledencontent.

21-05-2024

Uitspraak van de maand mei: een uitzonderlijke casus

Uitspraak van de maand mei: een uitzonderlijke casus

Deze uitspraak van de maand betreft een uitzonderlijke casus. Het gaat om een gezamenlijke klacht van 15 personen die lid zijn lid van een kerkgenootschap en in groepsverband in een leefgemeenschap samenwonen. Onder hen zijn verschillende ouderparen met hun kinderen.

De voorganger van het kerkgenootschap is in 2021 door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens seksueel misbruik van een minderjarige. Middels een beschikking van de rechtbank is beslist dat de minderjarige kinderen van de leefgemeenschap voorlopig onder toezicht moesten worden gesteld (VOTS). In deze beschikking is aan een gecertificeerde instelling (GI) opdracht gegeven met spoed te onderzoeken in hoeverre de kinderen aan hun ontwikkelingstaken toekomen en welke rol de leefgemeenschap daarin speelt.

Op advies van de ketenpartners (waaronder het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (LET) en de politie) was de bedoeling om op basis van anonimiteit te werken. Onderzoekers die onder de noemer van het LET werken, doen dit om veiligheidsredenen anoniem of onder schuilnaam. Het LET wordt op landelijk niveau ingezet in zaken die extreem complex zijn of waarin criminaliteit of extreem geweld aan de orde zijn.

De GI heeft de aangeklaagde klinisch psycholoog opdracht gegeven om een onderzoek te doen dat deel zou uitmaken van een meeromvattend onderzoek in opdracht van de rechtbank naar de noodzaak van het opleggen van één of meer kinderbeschermingsmaatregelen. Er is hier geen sprake van een geneeskundige behandelovereenkomst tussen de klinisch psycholoog en de (ouders van de) kinderen en/of van een behandelrelatie.

Gevraagd naar de kern van hun – zeer omvangrijke – klacht, hebben de klagers tijdens de zitting aangegeven dat deze is gelegen in de onzorgvuldige en vooringenomen wijze waarop de diagnostische interviews in hun visie zijn afgenomen. De klacht is mede ingediend omdat de klagers willen weten wie de andere gedragswetenschappers zijn die de interviews hebben afgenomen. De naam van de klinisch psycholoog was vrij snel achterhaald door de klagers.

De situatie
Enkele dagen na de VOTS-beschikking van de rechtbank heeft bij de gecertificeerde instelling (GI) een ketenoverleg plaatsgevonden waarbij de politie, de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad), het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (hierna: het LET) en de GI aanwezig waren. Op uitnodiging van de GI heeft ook de klinisch psycholoog aan dit overleg deelgenomen. De klinisch psycholoog was voor dit overleg uitgenodigd vanwege haar ervaring met complexe casuïstiek en met gesloten leefgemeenschappen. Het overleg heeft ongeveer een uur geduurd. Aan het eind van het overleg is de casus van de leefgemeenschap van klagers besproken.

Enkele weken later heeft de klinisch psycholoog opdracht gekregen van de GI om onderzoek te doen naar tien kinderen van acht ouderparen uit de leefgemeenschap. Dit onderzoek – door de klinisch psycholoog aangeduid als ‘deelonderzoek’ – had de vorm van een eenmalig diagnostisch interview en maakte deel uit van het beschermingsonderzoek dat de GI in opdracht van de rechtbank heeft uitgevoerd. Het onderzoek van de klinisch psycholoog was bedoeld om op methodische wijze zicht te krijgen op het verhaal van de kinderen en op eventuele ontwikkelingsbedreigingen in relatie tot aantijgingen met betrekking tot seksueel misbruik, vrijheidsberoving en mishandeling. 

Voorafgaand aan de interviews hebben de klinisch psycholoog en haar collega’s (via de GI)  vragenlijsten gestuurd naar de ouders met het verzoek deze in te vullen. De klinisch psycholoog heeft niet zelf bij alle kinderen het diagnostisch interview afgenomen. Van de andere bij het onderzoek betrokken zorgverleners (en jeugdbeschermers) is de identiteit niet bekend is geworden gezien de veiligheidsrestricties.

De gezamenlijk optredende klagers verwijten de klinisch psycholoog:
a) dat zij de onderzoeksopdracht vanwege haar dubbelrol niet had mogen aanvaarden; door dit toch te doen heeft zij blijk gegeven van vooringenomenheid;
b) dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan onethische bejegening of ontoelaatbare  onderzoeksmethoden;
c) dat zij zich – zowel voor, als ook tijdens en na het onderzoek – niet heeft gehouden aan de informatie- en zorgvuldigheidsplicht;
d) dat zij de ouders en kinderen heeft misleid;
e) dat zij een inhoudelijk onjuist rapport heeft opgesteld;
f) dat zij niet tijdig en slechts deels nazorg heeft verleend;
g) dat zij geen stappen heeft ondernomen tegen misbruik van de rapportages door derden.

 

  • De uitspraak Het tuchtcollege

-  verklaart een zestal ouders niet-ontvankelijk voor zover zij hebben geklaagd namens kinderen van 16 jaar en ouder;
-  verklaart alleen klachtonderdeel c) gegrond: de rapportages van de klinisch psycholoog waren
niet op alle punten voldoende zorgvuldig;
-  verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond;
-  wijst het verzoek om een kostenveroordeling, de overige onderzoekers alsnog te spreken te krijgen en om de rapportages te vernietigen (en aan de instanties die over een afschrift daarvan beschikken te melden dat hieruit niet meer mag worden geciteerd) af;
-  in het algemeen belang zal deze beslissing geanonimiseerd worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en wordt aangeboden aan diverse tijdschriften van de beroepsgroep.

Over de rubriek

In 'de uitspraak van de maand' geven we een korte samenvatting van een tuchtzaak die recent of soms al wat langer geleden door het tuchtcollege is behandeld. De uitspraken kunnen een voorbeeldfunctie hebben en dienen als leidraad voor beroepsmatig handelen in situaties die vaker voorkomen. U kunt de zaken gebruiken bij intervisie of zelf uw kennis van beroepsethiek op een bepaald gebied vergroten.