NVP Website voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVP Website ledencontent.

22-11-2023

Uitspraak van de maand november 2023: uitspraken in een podcast

Uitspraak van de maand november 2023: uitspraken in een podcast

Deze uitspraak van deze maand gaat over een gz-psycholoog die als gast in een podcast uitspraken heeft gedaan over de klaagster, een bekende Nederlander. De jounalist duidde haar gedrag, zonder dat hij de vrouw in kwestie ooit gezien of gesproken had. De vrouw heeft een klacht ingediend bij het tuchtcollege voor de gezondheidszorg. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt – mede vanwege het tuchtrechtelijk verleden van de gz-psycholoog – een voorwaardelijke schorsing van drie maanden op.

De situatie
Een journalist heeft medio 2022 meerdere podcasts over een bekende Nederlander gemaakt om te achterhalen wat haar precies drijft en waardoor ze daarin succesvol is. Voor twee van de podcasts is de aangeklaagde gz-psycholoog uitgenodigd. Hij wordt gepresenteerd als psycholoog en gedragstherapeut met een decennialange ervaring in ggz-instellingen, klinieken en een eigen praktijk. Aan de luisteraar krijgt te horen dat de gz-psycholoog een boek, geschreven door de journalist, en artikelen over klaagster heeft gelezen en dat hij op de hoogte is gebracht van bevindingen van de journalist die in de podcast zijn gepresenteerd.

De gz-psycholoog wordt dan gevraagd wat zijn indruk van klaagster is. Het eerste wat de gz-psycholoog zegt, is – kort samengevat – dat hij denkt aan narcisme. Daarna vervolgt hij: “Je mag als psycholoog natuurlijk nooit een diagnose uitspreken over iemand die je nooit zelf hebt gesproken. Maar als je alle informatie bij elkaar legt en je zou dus als toets moeten zeggen “aan welke stoornis denk je dan?” dan heeft het in ieder geval heel veel kenmerken van een psychopaat”. Vervolgens legt hij in algemene zin uit wat (enige) kenmerken zijn van een psychopaat, om dit vervolgens op klaagster te betrekken.

Op de zitting van het college heeft verweerder verklaard aan de podcast te hebben meegewerkt omdat hij streeft naar naamsbekendheid en hij wil dat mensen de boeken die hij heeft geschreven gaan kopen. Ook wil hij de kennis over de psychologie bij het grote publiek meer bekend maken.

De uitspraak
Het tuchtcollege stelt dat het optreden van de gz-psycholoog moet worden beoordeeld op grond van de aan de tweede tuchtnorm (zie toelichting onder deze uitspraak). Het gaat immers niet om een behandelrelatie met klaagster, maar om uitlatingen die de gz-psycholoog heeft gedaan in de media die het gedrag van klaagster betreffen.
De beroepsgroep van de gz-psycholoog heeft daarvoor een norm gesteld. In de Beroepscode voor psychologen wordt in artikel 24 gesteld: “Wanneer psychologen professionele uitspraken doen in de media over personen, al dan niet met hun toestemming, betrachten zij daarbij terughoudendheid. Zij geven zich rekenschap van hun verantwoordelijkheid om schade te voorkomen.”

Bij de bepaling van de maatregel wordt door het tuchtcollege het volgende meegenomen in de overwegingen:

  • De gz-psycholoog gaf aan dat zijn medewerking aan de podcast voor hem een commercieel doel diende: naamsbekendheid en verkoop van zijn boeken.
  • De uitspraken van de gz-psycholoog in de podcast zijn scherp geweest (narcisme, psychopaat, verslaving, lust gedreven) en zonder afdoende terughoudendheid gegeven. Dat hierdoor schade is of kan zijn ontstaan bij klaagster, ligt zeer voor de hand.
  • De gz-psycholoog wist, want dat erkent hij in de podcast, dat hij geen diagnose mocht stellen. Toch duidt de gz-psycholoog het gedrag als professional. De norm dat het zijn verantwoordelijkheid is om schade te voorkomen is door de gz-psycholoog fors overschreden. Het college rekent dit de gz-psycholoog zwaar aan. Zijn op de zitting aan klaagster gemaakte excuses lijken dan eerder vanuit strategische dan ethische overwegingen te zijn gedaan. Dit vermoeden wordt gevoed door de opmerking van de gz-psycholoog dat hij andere mediaoptredens laat afhangen van de uitspraak van het college. Het ontbreken van enige reflectie op zijn optreden wordt door het tuchtcollege zorgwekkend gevonden.
  • Het college betrekt ook in zijn overwegingen dat de gz-psycholoog al tweemaal eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. Deze twee veroordelingen zijn weliswaar al van enige tijd geleden (2016/2017) maar betreffen in beide gevallen eveneens het overtreden van de voor de gz-psycholoog geldende beroepsnorm. In beide gevallen is een berisping opgelegd. De gz-psycholoog lijkt niet te beseffen dat die normen er zijn ter bescherming van patiënten c.q. derden en tot doel hebben de integriteit en de ethische weerbaarheid van de beroepsgroep te waarborgen. Dit betekent dat het college nu een zwaardere maatregel zal opleggen, enerzijds passend bij de normschending en anderzijds om de gz-psycholoog duidelijk te maken dat die beroepsnormen er niet voor niets zijn en dat ook hij zich daaraan dient te houden.
  •  
  • Maatregel: voorwaardelijke schorsing (3 maanden) in het BIG-register gz-psycholoog en kostenvergoeding.
  • Datum uitspraak: 03-11-2023
  • Lees hier de volledige uitspraak
     

Wat is de tweede tuchtnorm?

Bij het Regionaal en Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG en CTG) kan worden geklaagd over het handelen van BIG-geregistreerde zorgverleners. Dat handelen wordt getoetst aan de twee tuchtnormen van artikel 47 Wet BIG.

De eerste tuchtnorm ziet op het handelen van de zorgverlener binnen de individuele behandelrelatie, dus met betrekking tot de patiënt en diens naasten (en andere hulpbehoevenden). De tweede tuchtnorm is breder en ziet op al het handelen dat in strijd is met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Uitgangspunt is dat handelen van zorgverleners in de privésfeer niet onder het tuchtrecht valt, tenzij het voldoende weerslag heeft op de gezondheidzorg. Daarvan kan volgens recente (februari 2023) jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in de volgende gevallen sprake zijn:

  • Handelen dat zeer ernstig verwijtbaar is en dat in flagrante strijd is met de algemene zorgplicht;
  • Handelen dat de waarden van het beroep in de kern raakt;
  • Handelen dat het vertrouwen in het handelen van de beroepsbeoefenaar wezenlijk aantast.

Er zijn relatieve weinig zaken waarin sprake is van de tweede tuchtnorm. Voor zover hiervan sprake is gaan deze het vaakst over declaratiefraude.

Eerder zijn als uitspraak van de maand de volgende zaken besproken waarbij sprake was van de tweede tuchtnorm:

Over de rubriek

In 'de uitspraak van de maand' geven we een korte samenvatting van een tuchtzaak die recent of soms al wat langer geleden door het tuchtcollege is behandeld. De uitspraken kunnen een voorbeeldfunctie hebben en dienen als leidraad voor beroepsmatig handelen in situaties die vaker voorkomen. U kunt de zaken gebruiken bij intervisie of zelf uw kennis van beroepsethiek op een bepaald gebied vergroten.