NVP Website voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVP Website ledencontent.

23-10-2023

Uitspraak van de maand oktober: grensoverschrijdende behandelingen

Uitspraak van de maand oktober: grensoverschrijdende behandelingen

Deze uitspraak van de maand betreft twee klachten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een psychotherapeut met tevens een registratie als gz-psycholoog. De zorgverlener wordt onder meer het toepassen van aanrakingen in de behandeling en onvoldoende dossiervoering verweten. Het college: de aanrakingen zijn niet gebruikelijk binnen de behandelrelatie en de zorgverlener handelde daarbij niet volgens de normen van zijn beroepsgroep. Er is sprake van onvoldoende dossiervoering.

De situatie
Op 4 augustus 2020 ontving de inspectie een melding over mogelijk langdurig grensoverschrijdend gedrag door de psychotherapeut jegens een cliënte (hierna: cliënte 1) en een ongepaste afhankelijkheidsrelatie tussen hen. Naar aanleiding van deze melding en de resultaten uit het daarop volgende onderzoek van de inspectie, diende de inspectie op 6 april 2022 een klacht in bij het tuchtcollege.

De inspectie ontving op 30 april 2022 een tweede melding over deze psychotherapeut. Deze melding ging over de zorgverlening aan een andere cliënte (hierna: cliënte 2). Op 18 augustus 2022 volgde een derde melding. Deze melding ging over grensoverschrijdend gedrag door de psychotherapeut jegens weer een andere cliënte (hierna: cliënte 3) tijdens en na behandelcontacten. De inspectie ontving daarbij een rapport uit 2017 naar aanleiding van onderzoek dat een kerkelijk commissie c.q. meldpunt had gedaan naar het handelen van de psychotherapeut. Uit de derde melding bleek dat de psychotherapeut ook aanrakingen toepaste in de behandeling van een vriendin van cliënte 3 (hierna: cliënte 4).  

Last tot onmiddellijke onthouding
De inspectie legde de psychotherapeut op 26 augustus 2022 een ‘last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten’ (LOOB) op. Het daartegen door de psychotherapeut aangetekende bezwaar is door de inspectie ongegrond verklaard op 9 maart 2023. Op 12 oktober 2022 diende de inspectie een tweede klacht in bij het tuchtcollege inzake zijn gedrag jegens cliënten 2, 3 en 4.

De uitspraak
Het tuchtcollege oordeelt dat de psychotherapeut bij vier cliënten in de behandeling, veelal gedurende lange tijd, aanrakingen heeft toegepast die niet stroken met de daarvoor geldende beroepsnormen. Aanrakingen kunnen, indien ook aan de overige beroepsnormen wordt voldaan, zeer incidenteel plaatsvinden binnen een inhoudelijk en temporeel beperkt karakter.

Het college verwijt de psychotherapeut dat dit patroon van grensoverschrijdend gedrag gedurende de desbetreffende jaren heeft kunnen voortduren doordat hij heeft verzuimd om over de door hem toegepaste behandelwijzen (met name: de aanrakingen) tijdig multidisciplinair overleg te zoeken en om zijn behandelwijzen (inclusief de aanrakingen) in de collegiale sfeer van zijn directe werkkring te bespreken.

Bij cliënte 3 heeft hij ook na beëindiging van de behandeling op grensoverschrijdende wijze contact met haar onderhouden. Na de geboorte van haar tweede kind in augustus 2015 is cliënte 3 een behandeling bij een nieuwe behandelaar gestart, waarvan ze de psychotherapeut op de hoogte heeft gesteld. In reactie daarop is deze e-mail- en telefooncontact met haar gaan onderhouden. Tijdens die contacten is besproken welke personen op de hoogte zijn van het vroegere misbruik van cliënte 3 door hem. Hij heeft haar in dat contact ‘therapeutische adviezen’ gegeven en is op zijn (eigen) geloofsbeleving ingegaan. Nadat cliënte 3 in januari 2017 had besloten het vroegere misbruik binnen haar behandeling aan een commissie van haar kerkgenootschap te melden en de psychotherapeut (die tevens een kerkelijke functie vervulde) daarvan op de hoogte raakte, stuurde hij haar een bericht met de tekst "Nu kun je niet meer bidden: Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij…”.

De contacten na afloop van de behandeling waren primair in het belang van de psychotherapeut zelf, zoals de vragen over het niet melden van zijn naam aan de nieuwe behandelaar, de mededelingen over zijn geloofsbeleving en het bericht over vergeving. Die contacten zijn volgens het tuchtcollege zonder meer aan te merken als overschrijding van professionele grenzen.

De omvang van het professionele tekortschieten (naar aard, duur en frequentie), het daarin gelegen patroon, het overschrijden van de professionele richtlijnen van het NIP en de NVP en de gebrekkige zelfreflectie die de psychotherapeut in de betrokken periode en daarna heeft betracht, rechtvaardigen volgens het tuchtcollege de maatregel van doorhaling van zijn beide BIG-registraties.

Tweede tuchtzaak 

Kort voor de definitieve uitspraak in de hier besproken zaak verschijnt speelt er een tweede tuchtzaak tegen dezelfde christelijke psychotherapeut/gz-psycholoog, eveneens vanwege grensoverschrijdend gedrag. Zoals ook hierboven aangegeven vervult de psychotherapeut een rol in een kerkgenootschap. Een kerklid gaat bij hem in therapie en na enige tijd volgt ook haar echtgenoot. De laatste dient een klacht in. Hij verwijt de psychotherapeut onder meer schending van de vertrouwelijkheid, rolvermenging en een gebrek aan professionele distantie. De klacht is grotendeels gegrond.

Het tuchtcollege oordeelt dat de psychotherapeut heeft gehandeld in strijd met verschillende artikelen uit de Beroepscode voor psychotherapeuten (NVP 2007). Hij had geen informatie over de vermeende persoonlijkheidsstoornis zonder toestemming van klager mogen geven aan een klinisch centrum. Ook had hij niet én klager én zijn echtgenote in behandeling mogen hebben. Verder heeft psychotherapeut zijn professionele en niet-professionele rollen door elkaar heen laten lopen.

Zie voor enkele andere Uitspraken van de maand over diverse vormen van grensoverschrijdend gedrag:

Tijdschrift voor Psychotherapie: Themanummer mei 2020 over grenzen voor de psychotherapeut

 

Over de rubriek

In 'de uitspraak van de maand' geven we een korte samenvatting van een tuchtzaak die recent of soms al wat langer geleden door het tuchtcollege is behandeld. De uitspraken kunnen een voorbeeldfunctie hebben en dienen als leidraad voor beroepsmatig handelen in situaties die vaker voorkomen. U kunt de zaken gebruiken bij intervisie of zelf uw kennis van beroepsethiek op een bepaald gebied vergroten.