Psychische problemen bij helft jongeren in coronatijd
Spanningen en depressieve gevoelens: bijna de helft van de jongeren tussen de 16 en 24 jaar heeft sinds mei 2020 toenemende psychische problemen. Hoogleraar Eveline Crone onderzoekt deze groep en pleit voor een nieuwe aanpak. "De cijfers zijn alarmerend."
Hulp aan deze groep jongeren was vóór corona al problematisch, maar de grote toename van psychische problemen sinds mei 2020 maakt de situatie flink ernstiger, zegt Eveline Crone, hoogleraar Development Neuroscience in Society aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, naar aanleiding van onderzoek dat ze deed. Er is nu meer geld, maar dat verdwijnt volgens haar in een 'dysfunctioneel systeem'.
Klachten nemen toe
Het gaat overduidelijk om een grote toename ten opzichte van voor corona, benadrukt Crone. "Normaal gesproken zag je dat in deze groep 10 tot 15 procent psychische klachten ontwikkelde, nu is dat bijna 50 procent."
Een verrassend resultaat van het onderzoek, is dat de klachten sinds mei 2020 alleen maar toenamen. "Je zou verwachten dat de spanning en depressieve gevoelens in het begin van de coronacrisis sterker waren dan in mei 2021. Er was toen al veel meer vooruitzicht, maar wat we zien is dat de klachten alleen maar toenemen."
"De toename zit 'm in een grote groep mensen die normaal geen psychische klachten zou krijgen. Je hebt dus niet alleen sterkere klachten en problemen, er is een hele groep bijgekomen die we anders niet hadden gezien. Deze mensen kregen door de onzekerheid van corona toch mentale klachten."
Behoeften jongeren onderdrukt
Jongeren hebben grofweg drie behoeften, legt Crone uit. Ze willen meer risico's zoeken om zich te ontwikkelen en ervaringen op te doen, ze willen meer en diepere vriendschappen en ze hebben een sterke drang ertoe te doen.
"Alledrie werden door de coronacrisis en de maatregelen compleet onderdrukt", vertelt ze. "Juist dat veroorzaakte die gevoelens van spanning en depressie."
GGZ zakt door de voegen
Veel jongeren kunnen niet de hulp vinden die ze nodig hebben en waar ze recht op hebben. "Jeugdwerkers trekken al jaren aan de bel en zijn niet gehoord. Het is een ontwikkeling die werd ingezet toen de hulpverlening naar de gemeentes ging, in plaats van een landelijk systeem."
Crone pleit voor een aanpak die in een driehoek tot stand komt. Burgerparticipatie, wetenschap en beleidsmakers. Mensen die met de ggz te maken hebben, praten zo over de behoeften. De wetenschap onderbouwt dan met onderzoek wat er nodig is en de beleidsmakers kijken op hun plaats naar hoe het kan worden georganiseerd.
- Lees hier het hele artikel van Een vandaag