Religie en zingeving onderdeel van behandeling van psychiatrische stoornissen
Regelmatig merken cliënten in de geestelijke gezondheidszorg dat hun levensovertuiging in de vorm van religie of zingeving niet vanzelfsprekend een plek krijgt in de behandeling. “Ik ben mijn eigen expert”, zei een religieuze cliënt die in de algemene ggz in behandeling was. Dat is jammer, want religie en zingeving kunnen een obstakel vormen voor herstel, maar ook een helpende factor zijn. Het vraagt daarom specifieke kennis van de hulpverlener die in dit opzicht wil bijdragen aan het herstelproces van de cliënt. VU-hoogleraar Hanneke Schaap - Jonker benadrukt dan ook in haar oratie hoe belangrijk nieuw onderzoek naar de relatie tussen religie, zingeving en psychische problematiek is.
Existentieel en klinisch herstel
In het onderzoek van de nieuwe leerstoel Klinische Godsdienstpsychologie worden vragen onderzocht als ‘Hoe hangen psychische klachten of psychiatrische stoornissen samen met religie en spiritualiteit?’ ‘Speelt geloof een rol in de presentatie en het beloop van de klachten?’ ‘Hoe dan, en waarom, en wanneer en bij wie?’ Schaap-Jonker: “De focus van het onderzoek is existentieel herstel, dat hoop en zingeving, religie en spiritualiteit, en identiteit omvat. Mijn stelling is dat existentieel herstel richtinggevend is voor klinisch herstel. Als je weet waarvoor je het doet, als je hoop hebt, knap je sneller op van bijvoorbeeld een depressie. Hiernaar is echter nog nauwelijks onderzoek gedaan. Bij dit onderzoek verdient de inhoud van religie en zingeving aandacht.”
Tweerichtingsverkeer
De leerstoel bestudeert ook de andere kant: ‘Wat doet het met de religieuze overtuigingen, de geloofsbeleving, religieuze praktijken, en het ervaren van zin en betekenis wanneer mensen een psychiatrische stoornis hebben?’ ‘Welke gevolgen heeft psychisch lijden voor de manier waarop iemand in het leven staat en zich verhoudt tot zichzelf, anderen, de wereld en God?’ Hoe zijn die gevolgen te begrijpen en welke psychologische mechanismen spelen hierbij een rol? Schaap-Jonker: “Uit eerder onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat onveilige gehechtheid aan God samengaat met meer depressieve klachten en angstklachten, en dat dit verband wordt gemedieerd door zelfcompassie. Naarmate mensen dus meer angst en vermijding ervaren in relatie tot God, zijn ze minder goed in staat tot zelfcompassie, waardoor ze meer depressieve en angstige gevoelens ervaren.” “Zelfcompassie is overigens een van de thema’s die specifieke aandacht zullen krijgen in mijn toekomstige onderzoek, ook in relatie tot religie en mentale gezondheid”, vertelt de nieuwe hoogleraar. “In onze prestatiegerichte en beoordelende samenleving is dat meer dan ooit relevant.”
Praktijk en onderwijs
Zowel in de klinische praktijk als in wetenschappelijk onderzoek binnen de ggz is er steeds meer aandacht voor zingeving dan in vroeger tijden. Schaap-Jonker: “Maar mijn pleidooi is dat er een stap verder gezet wordt en er aandacht komt voor de inhoud van die zingeving, inclusief religie. In de toekomst gaan we dat ook terugzien in het academisch onderwijs en de opleidingen voor professionals in de ggz.”
Lees hier Herstel, hoop en compassie: Contouren van een hedendaagse klinische godsdienstpsychologie