Existentiële angst
Meestal heb ik mijn angst voor recidief aardig onder controle. Ik herinner mezelf eraan dat ik nu leef en toch niet weet wat er in de toekomst gaat gebeuren. In paniek raken kan altijd nog. Maar toen ik gisteren een hele dag geconfronteerd werd met de verschillende gezichten van kanker, was de angst er weer.
Stomme film
Ik had niet zo goed geslapen. Die avond daarvoor waren we naar een - in mijn ogen - hele stomme film geweest: Blink twice. Een film met veel geweld, geen logisch plot, veel doden en dan ook nog een “happy end”. Met mijn Cinevillepas ben ik gewend geraakt aan subtiele pareltjes en dit was een film om te ontregelen. Nou, dat was gelukt.
Mijn buurvrouw
Toen ik na mijn ontbijt de hond ging uitlaten, trof ik op de hoek van de straat onze buurvrouw. Tijdens mijn behandelperiode was bij haar de kanker teruggekeerd. En omdat de levensverlengende behandeling slechts beperkt effect had maar wel veel bijeffecten meebracht, had ze ervoor gekozen om haar energie te besteden aan haar tuin en de kinderen.
Altijd als we elkaar zagen, bespraken we even onze trajecten en ik vond tijdens mijn behandeling veel steun bij haar. Nu had ik had haar al een tijdje niet gezien. “Fijn dat ik je tref,” opende ze het gesprek. “Want vandaag is de euthanasie.” Ik schrok en stamelde nog: “Van jou?” Ze legde uit hoeveel pijn ze had. Dat ze teveel was afgevallen.
We sloten onze ontmoeting af met een hele dikke knuffel en ik liep verder. Want mijn dag ging gewoon door. Terwijl haar leven die dag tot stilstand kwam.
De verjaardag
Die dag stond in het teken van sporten, cliënten en hun verhalen en tot slot een verjaardag. De jarige was tien jaar geleden succesvol behandeld voor kanker en zijn partner was dankzij immunotherapie vrij van de aangetroffen uitzaaiingen bij een melanoom. Tijdens de taart vertelde een andere verjaardagsgast blij over de uitslag van zijn controle: alles was kleiner geworden, ook de uitzaaiingen. Ja, het zag er echt goed uit.
Hoofdpijn
Dit feest met hoopvolle verhalen, was slechts een paar huizen verwijderd van het huis waar men afscheid aan het nemen was. Ik kreeg hoofdpijn, voelde me moe ging naar huis. Na het eten maakte ik knetterende ruzie met mijn man over de bramentakken die hij had gesnoeid. Ze waren zo kortgeknipt dat er volgend jaar waarschijnlijk geen nieuwe bramen zullen zijn.
Angst
Pas de volgende dag, na 10 uur slapen, begon het allemaal een beetje te landen. Alles wat niet meer gezegd kon worden, en wat wel gezegd was tussen mij en de buurvrouw. De verjaardag waar alles door ging, terwijl een paar huizen verder alles stilstond. De hoopvolle vriend. Waarbij ik alleen kon horen: “kleiner geworden.” Dus niet: weg. Mijn man die de toekomst van de bramen verknipte, hij kreeg mijn angst over zich uitgestort. Wanneer ben ik weer aan de beurt?
Ziekte als metafoor
Susan Sonntag beschrijft ziekte heel mooi als metafoor. Iedereen die geboren wordt, is ingezetene van twee rijken. Hij of zij is zowel ingezeten van het rijk der gezonden als van het rijk der zieken. Hoewel we bij voorkeur alleen van het goede paspoort gebruikmaken, wordt iedereen vroeg of laat gedwongen naar dat andere rijk te gaan, al is het maar tijdelijk.[1]
Rijk der gezonden
Ik ben nu weer aanwezig in het rijk der gezonden. En ik geniet ervan. Maar een dag zoals gisteren is zo confronterend. Want voor je het weet, dool je weer rond in dat andere rijk en voel je je weer super kwetsbaar.
Ik weet het. Het is nu niet aan de orde. En als het wel weer aan de orde is, is het vroeg genoeg om in paniek te raken. Maar soms komt die verlammende angst weer naar boven. En nee, dat is niet gek, dat is het leven.
[1] Susan Sontag, essays, Ziekte als metafoor. Aids en zijn metaforen. Vertaald door Gerard Drasman en A.Daalder Neukircher. Uitgevrij de SArbeidspers. Amsterdam-Antwerpen 1993