Circulair
‘Yes, ze geven weer een show!’, roept mijn dochtertje enthousiast, terwijl ze wijst naar het raam achter mij.
Al dagen worden we tijdens het avondeten getrakteerd op een ‘show’ van grote zwermen vogels die met elkaar in harmonie door de lucht dansen. We verwonderen ons erover, hoe kan het dat ze niet botsen tegen elkaar, en wie volgt nou wie?
Na wat onderzoek vind ik onder andere dat elke vogel op een aantal andere vogels let, en dat ze precies even snel vliegen. In plaats van een leider voert collectieve intelligentie de boventoon in dit samenspel van synchrone interactie. Geen begin- en geen eindpunt.
Lineariteit
Dat dit mij fascineert, dat ik het zelfs niet zo goed kan begrijpen, vertelt mij hoe gewend ik ben geraakt aan lineariteit. Op basis van de beschrijvende diagnose, de DSM 5- classificatie, samen opgestelde hypothesen over hoe een en ander in elkaar zou kunnen zitten, en de hulpvraag, maken we een behandelplan met behandeldoelen. En dan hebben we samen de optimistische verwachting dat A (een bepaalde behandelmethodiek in een bad van onze onderlinge relatie) tot B (een andere relatie met de ervaren klachten) gaat leiden. Vragenlijsten en mondelinge evaluaties moeten dit zo goed en zo kwaad als dit kan meetbaar maken.
Niet weten
Hoe zou dit proces eruit zien als we hier met meer circulariteit naar kijken? Steeds meer boeken duiken op (of ze vallen mij meer op) die een licht schijnen op dit thema. Mensen zijn ingewikkeld van Floortje Schepers, staat hierbij hoog op mijn verlanglijstje. Het samen verdragen, het samen niet begrijpen, niet weten, maar wel samen in een open, nieuwsgierige dialoog blijven, zouden dat dan de werkzame ingrediënten zijn voor een ‘goede’ behandeluitkomst? En door deze vragen aan mezelf te stellen val ik op een andere manier weer in dezelfde valkuil: een A voor B zoeken. Een oplossing, een antwoord, het is er niet.
Voor het slapengaan willen onze dochters dat we kijken naar een optreden van hen. Ze dansen en zingen op K3. Ze botsen al springend tegen elkaar op en zijn het regelmatig oneens over wie wanneer mag zingen. Tranen en een lach. ‘Morgen weer!’, roepen ze blij na afloop.